Alle ritten tellen mee: wat het Hof van Cassatie verandert voor werktijd tijdens verplaatsingen
Op 23 november 2022 heeft het Hof van Cassatie een uitspraak gedaan met grote gevolgen voor bedrijven met mobiele werknemers. Door bepaalde verplaatsingen als daadwerkelijke arbeidstijd te herkwalificeren, worden diepgewortelde gewoontes in veel sectoren op hun kop gezet. En laten we zeggen dat het nieuws... niet bepaald als een aangetekende brief is aangekomen.
Een uitspraak die alles (of bijna alles) verandert
De zaak betrof een mobiele werknemer die verplicht was een bedrijfswagen te gebruiken, een door de werkgever opgelegd schema te volgen en tijdens zijn verplaatsingen bereikbaar te blijven. Klinkt bekend, toch? Wat minder klassiek is, is dat het Hof van Cassatie oordeelde dat de reistijd tussen zijn huis en de eerste of laatste klant van de dag als daadwerkelijke arbeidstijd moest worden beschouwd.
📌 Referentie van het arrest : Cass. soc. 23 november 2022, n° 20-21.924
Ter herinnering: tot nu toe maakte artikel L.3121-4 van de Arbeidswet een duidelijk onderscheid tussen de “thuis-werktraject” en de “daadwerkelijke arbeidstijd”. Dat is nu niet meer zo eenvoudig. Deze koerswijziging is bovendien in lijn met de Europese rechtspraak.
Maar wat is eigenlijk een traject met “daadwerkelijke” arbeidstijd?
De Arbeidswet definieert daadwerkelijke arbeidstijd als de periode waarin de werknemer ter beschikking staat van de werkgever, diens instructies opvolgt en zich niet vrij kan bezighouden met persoonlijke zaken. Een technicus onderweg tussen huis en werk, bereikbaar en gestuurd door een strak schema... voldoet aan al deze criteria.
En daar wringt het schoentje: veel werkgevers blijven deze uitspraak negeren, uit onwetendheid of gewoonte. Gevolg: ze lopen het risico op forse loonachterstanden als ze meerdere jaren aan onjuiste praktijken moeten rechtzetten.
Waarom is deze uitspraak onopgemerkt gebleven?
Heel eenvoudig omdat gewoontes hardnekkig zijn. De meeste werkgevers blijven zich baseren op de klassieke versie van artikel L.3121-4. Toch verandert het recht, en het juridische risico neemt alleen maar toe.
Veel bedrijven weten nog steeds niet dat alle verplaatsingen nu kunnen worden hergekwalificeerd. En dat geldt niet alleen voor grote groepen: ook kmo’s en zelfs bedrijven met minder dan 10 werknemers kunnen worden getroffen zodra ze mobiele technici in dienst hebben en de reistijd van huis naar de interventieplaats niet meerekenen.
Concreet, wat zijn de gevolgen voor werkgevers?
Naast de duidelijke noodzaak om overuren als gevolg van deze verplaatsingen te vergoeden, moeten werkgevers vooral een nieuwe houding aannemen:
- Optimaliseer de ritten om onnodige overschrijdingen te vermijden,
- Rationaliseer de planning door rekening te houden met het werkelijke vertrekpunt van de werknemer,
- Herzie de rapportagemodellen om deze nieuwe criteria te integreren.
Cadulis en reistijd: van beperking naar kans
Cadulis heeft niet op deze uitspraak gewacht om hierop te anticiperen. Ons platform houdt nu al rekening met alle ritten bij de berekening van de interventietijden. En dat is niet alles:
- De ritten worden automatisch berekend vanaf het vertrekadres van de werknemer (thuis of depot),
- Er zijn gedetailleerde exports waarmee de tijd op de weg inzichtelijk wordt gemaakt,
- Deze gegevens zijn herbruikbaar voor dashboards die nuttig zijn voor zowel HR als operationeel management.
De onverwachte bonus? Door deze tijden te analyseren, passen sommige bedrijven nu hun rekruteringsstrategie aan: de locatie van de werknemer wordt net zo belangrijk als zijn vaardigheden.
Wat zijn de risico’s als je deze wending negeert?
Deze uitspraak negeren is spelen met vuur boven een vat onbetaalde overuren. Bij een conflict kan de rechtzetting zich over meerdere jaren uitstrekken. Voor een werknemer met veel anciënniteit, of een groep veldmedewerkers, kan de rekening snel oplopen tot een bedrag dat een eindejaarsbonus doet verbleken.
De echte uitdaging: mentaliteiten veranderen
De echte uitdaging is niet technisch. Het is cultureel. Zolang het de norm blijft om reistijd als een “vage tussenfase” te zien, blijven bedrijven op zicht varen — met het risico te stranden op het juridische rif.
Wat als we de tijd op de weg eindelijk zouden erkennen voor wat het werkelijk is? Werk.
Tot slot: beter voorkomen dan genezen
Deze uitspraak is een keerpunt. Geen tsunami, maar een langzame, zekere golf. De herkwalificatie van reistijd als daadwerkelijke arbeidstijd negeren, is een onnodig risico nemen. Het is dus hoog tijd om:
- In overeenstemming te komen met de huidige wetgeving,
- Tools te gebruiken die hiermee rekening houden,
- Een beperking om te zetten in een hefboom voor operationele prestaties.
Reistijd is niet langer een blinde vlek. Het is waardevolle data. Op voorwaarde dat je het op tijd ziet aankomen.







